Frank van Pamelen - De mier

Ik had het eerst nog niet zo in de gaten
Het viel me doodeenvoudig nooit zo op
Wat dat betreft had ik in hoge mate
Rond heel zijn doen en laten
Een plank voor m'n kop
Maar als ik al z'n handelingen nu zie
Zo snel en zo behendig en zo fier
Dan rest mij maar een enkele conclusie
Een mier is een ontzettend nuttig dier
Een mier
Een mier is een ontzettend nuttig dier

Hij heeft van die behaarde kleine pootjes
Daar loopt-ie dan de hele dag op rond
En onderweg verzamelt-ie wat strootjes
En grijpt-ie beukennootjes
En gras van de grond
Hij kijkt niet op een vrachtje meer of minder
En sleept het hele spul van daar naar hier
En even later weer van hier naar ginder
Een mier is een ontzettend nuttig dier
Een mier, een mier
Een mier is een ontzettend nuttig dier

Er passen veertienhonderd mieren
In een pakje vloeipapier
Een mier is een ontzettend nuttig dier

Een mens, dat is een eigenzinnig wezen
En heeft in heel zijn doen iets schizofreens
Tenminste, da's mijn eigen hypothese
Ik ben het daar bij deze
Beslist niet mee eens
Zo zie je hoe je dingen kunt beleven
Op telkens weer een andere manier
En dat je aan die dingen nieuwe wendingen kunt geven
Dat alles altijd net weer even anders wordt omschreven
Dat zelfs de meest concrete theorieen zijn verdreven
Dat nimmer en te nooit iets bij het oude is gebleven
Maar een ding boven elke vorm van twijfel is verheven
Een mier is een ontzettend nuttig dier
Een mier, een mier, een mier, een mier
Een mier is een ontzettend nuttig dier

Een mier, een mier, een mier
Een mier is een ontzettend nuttig dier

Alleen al ernaar kijken
Is het toppunt van plezier
Een mier is een ontzettend nuttig dier

Dan ben ik niet alleen
Voor een minuutje of drie, vier
De mier is een ontzettend nuttig dier